Dertien weegbesturingen voor de voedselverwerkende industrie
Dit project in het kort:
- Eltra leverde dertien weegbesturingen voor FoodeQ Engineering.
- De machines doseren, wegen en vullen af door middel van trilling.
- De machines worden geplaatst in de nieuwe locatie van de klant: een van Europa’s grootste voedselverwerkende fabrieken.
- Om leveringsproblemen te omzeilen, werden alternatieve componenten gezocht en ingepast.
Een oppervlakte van 62.000 m² en een capaciteit van ruim 320.000 kilo verwerkte groente per dag. Die feiten maken de nieuwe locatie van dit project een van de grootste voedselverwerkende fabrieken van Europa. Voor deze locatie maakte Eltra de besturingen voor dertien weegmachines van machinebouwer FoodeQ Engineering. Projectmanager Mark van Esch en Lead Software Engineer Wallie Span zorgden ervoor dat ondanks de uitdagingen Eltra op tijd kwaliteitswerk kon leveren.
Kunnen jullie dit project kort introduceren? Wat doen deze machines?
Mark: “We hebben dertien besturingen gebouwd voor weegmachines met ingebouwde doseertrillers voor onze klant FoodeQ Engineering. Dit bedrijf bouwt machines voor de voedselverwerkende industrie en is gespecialiseerd in triltechniek. Zo’n machine weegt en portioneert het voedsel en trilt het vervolgens in kistjes voor verdere verwerking of verpakking.”
Kun je de fases van een project als deze bij Eltra beschrijven?
Mark: “Wanneer we een aanvraag ontvangen, stellen we eerst een offerte op. Dat is een van mijn taken. Zodra de klant akkoord is, maakt de hardware engineer het ontwerp en bestelt hij de onderdelen. Daarmee kunnen de paneelbouwers aan de slag, terwijl een software engineer zoals Wallie de code schrijft. Wanneer de besturingskast klaar is, installeren we deze bij FoodeQ en testen daar droog. De laatste stap is de installatie van de machines bij de klant en het testen met het product.”
“Vaak zijn ook mechanische
aanpassingen nodig”
Hoe gaat het testen van de machines in zijn werk?
Wallie: “We voeren de eerste tests uit met een product dat makkelijk te hanteren en eenvoudig op te ruimen is. Denk aan pompoenpitten. Daarna testen we met het daadwerkelijke product. Dan kom je nog weleens uitdagingen tegen. Bevroren vis is bijvoorbeeld harder, zwaarder en een stuk glibberiger dan pompoenpitten. Die glijdt heel snel door de goot waarin hij vervoerd wordt en schiet soms zo de machine uit. Vochtige blaadjes sla blijven daarentegen voortdurend plakken. Soms los je dat op door de machine opnieuw in te stellen om harder of pulserend te trillen, maar vaak zijn ook mechanische aanpassingen nodig. We hebben ooit vergelijkbare machines geïnstalleerd die capsules met visolie verwerkten. Als die capsules heel blijven, is er niets aan de hand. Maar toen het een keer misging en de capsules barstten, stonk alles en iedereen naar vis. Dat was geen pretje.”
Wat zijn uitdagingen bij dit soort besturingen?
Wallie: “Een van de uitdagingen die buitenstaanders vaak niet verwachten, is de vormgeving van iconen in de gebruikersinterface. In de fabriek werken ook operators die geen Nederlands of Engels spreken. Om te zorgen dat de bediening van de weegsystemen ook voor hen intuïtief, eenvoudig en efficiënt is, moeten de iconen voor iedereen direct te begrijpen zijn. Voor sommige functies is dat eenvoudig: iedereen weet dat een groene knop met een zijwaartse driehoek de startknop is. Maar hoe geef je in één icoon ‘band legen’ weer? Dan gaan we brainstormen met FoodeQ en laten we ideeën los op proefpersonen totdat we een afbeelding vinden die zó duidelijk is, dat iedereen in een oogopslag weet wat het betekent. Voor ‘band legen’ kozen we uiteindelijk voor een goot waar een pijltje uitkomt.”
“De iconen moeten voor iedereen direct te begrijpen zijn”
Jullie hebben al eerder vergelijkbare besturingen gebouwd. Wat maakte dit project anders?
Mark: “In theorie is dit een kopie van een eerder gebouwde besturing. In de praktijk waren er veel aanpassingen nodig op eerdere ontwerpen. Dat kwam deels door de omvang van de locatie en het project. De nieuwe fabriek van deze klant is zo groot, dat ze bij meerdere machine- en besturingenbouwers moesten bestellen. Om goede communicatie tussen alle machines te garanderen, stelde een derde partij een document met standaarden op. Om aan te sluiten bij die standaarden, moesten we het ontwerp van onze besturing flink aanpassen. Ook kampten we met wereldwijde leverproblemen. Voor veel componenten moesten we met alternatieven werken, omdat er niet genoeg beschikbaar waren. Dit betekent dat we specificaties gedetailleerd in kaart moesten brengen, vergelijken en schema’s en software aanpassen. Dat vereist behoorlijk wat creativiteit en flexibiliteit van onze collega’s. Ook doordat we voortdurend moesten wachten op levering van onderdelen, voordat we verder konden werken. Maar gelukkig is ons team goed op elkaar ingespeeld en hebben we onze deadline gehaald!”